Generieke vakken van de opleiding
De generieke vakken bestaan uit Nederlands, rekenen, Engels en loopbaan en burgerschap.
Nederlands
Voor Nederlands is het niveau dat je moet halen 3F, dit heet het referentieniveau.
Op https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/nederlands/referentiekader-taal/ vind je uitgebreide informatie over de inhoud en de opbouw van dit niveau.
Nederlands bestaat uit vijf taaldomeinen namelijk:
1. Lezen
2. Luisteren
3. Schrijven
4. Spreken
5. Gesprekken voeren
Rekenen
Voor rekenen is het niveau dat je moet halen mbo-niveau 4.
Rekenen bestaat uit vijf functionele rekendomeinen:
1. Grootheden en eenheden
2. Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
3. Verhoudingen herkennen en gebruiken
4. Procenten gebruiken
5. Omgaan met kwantitatieve informatie
Engels
Voor alle niveau 4-opleidingen geldt generiek Engels als verplicht onderdeel van je opleiding. De niveaus van Engels zijn beschreven volgens het Europees referentiekader talen (ERK). Op www.erk.nl vind je meer informatie over deze niveaus.
Engels bestaat uit vijf domeinen met bijbehorend niveau:
Lezen B1
Luisteren B1
Gesprekken voeren A2
Spreken A2
Schrijven A2
Je kunt je Nederlands en reken examens ook op een hoger niveau doen. Je studieloopbaanbegeleider kan je hier meer over vertellen.
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding (lob)
Door middel van opdrachten, activiteiten en begeleiding leer je reflecteren op je kwaliteiten, mogelijkheden en drijfveren. Dit helpt je bij het maken van keuzes tijdens en na je studie.
Ook ontwikkel je competenties voor een leven lang leren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan initiatief nemen, ondernemend gedrag, creativiteit, communicatieve vaardigheden en plannen.
De loopbaancompetenties zijn:
- Capaciteitenreflectie: ontdek je talent
- Motievenreflectie: ontdek je passie
- Werkexploratie: onderzoek je werkplek
- Loopbaansturing: ga zelf aan zet
- Netwerken: ga in gesprek
Voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding geldt een inspanningsverplichting. De docent kan je vertellen wat je moet doen voor deze inspanningsverplichting. Aan het einde van je opleiding wordt gecontroleerd of je hieraan hebt voldaan. Dat is een voorwaarde om het diploma te behalen.
Burgerschap
Dit onderdeel bereidt je voor op deelname aan de maatschappij en het goed kunnen functioneren in je beroep.
Burgerschap kent de volgende dimensies:
- De politiek-juridische dimensie: hoe werkt de politiek, hoe kun je als burger meedoen aan of invloed hebben op politieke besluitvorming en wat heeft de politiek en ons rechtssysteem met ons en ons beroep te maken?
- De economische dimensie: hoe kun je een bijdrage leveren aan de maatschappij als werknemer/werkgever en als kritische consument?
- De sociaal-maatschappelijke dimensie: hoe ga je om met je eigen woon- en leefomgeving (privé en op school) en hoe ga je om met verschillende culturen?
- De dimensie vitaal burgerschap: hoe reflecteer je op je eigen leefstijl en hoe zorg je ervoor dat je als burger en als werknemer gezond en fit blijft?
Daarnaast is er aandacht voor kritische denkvaardigheden. Dit betekent dat je nadenkt over je eigen opvattingen, beslissingen en handelingen, maar je ook kunt verplaatsen in de mening van een ander.
Voor burgerschap geldt een inspanningsverplichting. De docent kan je vertellen wat je moet doen voor deze inspanningsverplichting. Aan het einde van je opleiding wordt gecontroleerd of je hieraan hebt voldaan. Dat is een voorwaarde om het diploma te behalen.
Zingeving in alle facetten (LEVO/brede vorming)
ROC Friese Poort is een school waar iedereen welkom is.
Vanuit ons christelijk gedachtegoed gaan we tijdens je opleiding open en op een respectvolle manier met elkaar in gesprek, verkennen we samen mens- en levensvisie en begeleiden we je in jouw zoektocht wat het leven voor jou waardevol maakt (zingeving). We noemen dit bij ROC Friese Poort brede vorming. In je opleiding worden (les)activiteiten georganiseerd en word je begeleid in jouw zoektocht naar wie jij wilt zijn als persoon en beginnende beroepsbeoefenaar met goede sociale vaardigheden met oog voor jezelf, de ander en de wereld.


De student zelf: zichzelf leren kennen, met aandacht in het leven staan en ontdekken wat hun leven waardevol maakt. Belangrijke waarden hierbij:
> Moed: je uitspreken en durven te zijn wie je bent.
> Verstandigheid: werken aan je morele conditie, waarbij je rekening houdt met anderen.
De ander: Wat kan de student betekenen voor mensen om zich heen? Hoe kan hij zijn talenten daarvoor inzetten? Belangrijke waarden hierbij:
> Empathie: je inleven in anderen, begrip en aandacht hebben voor elkaar. Respect tonen voor de mening en de visie van anderen.
> Rechtvaardigheid: aandacht besteden aan ethiek waarbij je belangen op een integere wijze afweegt.
De wereld: Wat kan de student betekenen voor een betere en duurzamere wereld? Belangrijke waarden hierbij:
> Rentmeesterschap: verantwoordelijk omgaan met de wereld. de aarde is niet van ons, we hebben de verantwoordelijkheid er goed voor te zorgen.
> Solidariteit: opkomen voor en rekening houden met anderen, met minder bedeelden.